Eten en slapen (May)
Natuurlijk is het mogelijk dat je onder de sterrenhemel slaapt, maar dat is alleen maar voor vagebonden
weggelegd. Een pelgrim van vroeger deed dat misschien, maar vandaag de dag is de vagebond een
zeldzaamheid.
De echte vrijbuiters zijn de trekkers, de mensen die hun
tentje op de rug meeslepen. Maar tegenwoordig mag je
op steeds minder plaatsen vrij kamperen. Toch hebben
wij ook in de tent geslapen. Soms is er in de buurt van
de route een camping te vinden. De trekkers gaan daar
natuurlijk overnachten. Dan krijg je een plaatsje
aangeboden en wordt je gewezen waar de toiletruimte
zich bevindt. Hoe je aan eten komt is je eigen probleem.
Moderne pelgrims slapen dan ook meestal onder dak. In
hotels, hostels, jeugdherbergen. Langs de nederlandse
jacobswegen hebben we vooral geslapen bij mensen die
aangesloten zijn bij Vrienden op de Fiets. Een fiets hadden
wel niet bij ons maar we konden er toch terecht voor een
schappelijk
prijsje
telkens met
ontbijt.
Trekkershutten hebben we ook als onderdak gehad.
Een eenvoudige plek om te overnachten. Je hebt
stroom voor je mobieltje maar je hebt wel een slaapzak
nodig. Er liggen alleen maar matrassen. Voor ontbijt
moert je zelf zorgen. Er is een kooktoestel aanwezig
waar je zelf
je pots kan koken. René deed dit voor ons. Een beetje luxe
pelgrim zijn we wel.
In Nederland
hadden we
een vast
ritueel, alle
dagen
onderweg
koffie met
appelgebak.
In België kennen ze dat dat niet zo in gewone café’s, dat
vonden we we echt jammer.
De Belgische Via Brabantica hebben we in dagetappes gelopen. We namen s’morgens de trein, en
voorzien van een lunchpakket liepen we een route tussen de 25 en 30 kilometer en kwamen dan weer
met de trein terug naar huis. René had dan avondeten voorzien en zo konden we telkens met ons
buikje vol in ons eigen bed gaan slapen.
De eerste drie dagen van de Gallia Belgica hebben we
geslapen in een tent. Wino zag dat eerst niet zitten, maar
hij verlegde zijn grenzen. We hadden wel een luxe bed
voor hem voorzien. René was mee voor de fourage en
zorgde ervoor dat het ons aan niets ontbrak.
Het vervolg van de Gallica Belgica toto Saint-Quentin en
daarna de Chemin Estelle tot Parijs liepen we in 10 dagen.
We werden door René begeleid die ons op afgesproken
punten oppikte. Hij reed ons dan naar goedkope hotelletjes
in de buurt. Het stapelbed werd telkens van het voorste
hekje ontdaan, anders kon ik er moeilijk in., Wino en
René deelden meestal het dubbelbed beneden. Eén
keer kwam Wino uit de kast. We kregen een drie-
persoons kamer met dubbelbed en een bed in in kast.
En de volgende morgen werden we door René weer
netjes op het punt afgezet waar hij ons de vorige dag
had opgepikt. Eten regelde rené ook. Eche luxe.
Over het eten en slapen op onze Camnho Portugees
vertel ik na de pauze.
Kosten. Algemeen wordt een bedrag van 50 Euro per
etmaal als normbedrag genomen.