De kolonie Versiliënbosch
Veel materiaal op deze pagina is gecopiëerd van de site van oud bewoner
Bas Waanders
Betrekkelijk kort na de oprichting van “De Volkswoning” in 1917, zijn er bouwplannen uitgewerkt door de
vermaarde architect ir. Jos Th. J. Cuypers, en wel voor honderd woningen te Versiliënbosch. Deze
woningen zijn toen evenwel niet gerealiseerd.
Het eerste complex van 166 woningen in opdracht van “De Volkswoning” wordt in 1919 gebouwd in de
Passart, eveneens naar een ontwerp van architect Jos Cuypers en onder directievoering van het
technisch bureau van “Ons Limburg”. De huizen worden gebouwd door aannemer A. Deckers uit
Heerlen.
In 1920, het jaar daarop dus, wordt nog een groter complex opgeleverd, namelijk in totaal tweehonderd
woningen te Versiliënbosch, waarvoor Jos Cuypers al reeds eerder honderd woningen aan zijn
tekentafel had ontworpen..
Versiliënbosch is lange tijd een “mijnwerkerskolonie” geweest , net zoals “Nieuw Einde”. De gedachte
toendertijd was om mijnwerkers, die nauwelijks over vervoer beschikten, toch dicht bij hun werk te laten
wonen . Bovendien werden deze wijken in vrij lege gebieden gerealiseerd, waar de mogelijkheid
bestond de kompels naast rust ook de mogelijkheid te geven een moestuin te kunnen aanleggen, waar
het gezin in de eerste instantie hun verse waar konden verbouwen . Ook Versiliënbosch werd met deze
gedachte in het achterhoofd gebouwd en aan de reeds bestaande infrastructuur ( wegen ) aangepast .
Hierboven is een mooie luchtfoto van Versiliënbosch te zien. Aan de onderkant zie je de Anjelierstraat.
Volg je die naar links dan kom je uit op de Heerenweg waar je linksaf kunt naar Brunssum en rechtsaf
naar de Heksenberg. Die kolonie is mooi zichtbaar. Het stukje Heerenweg, waar wij woonden is net niet
zichtbaar op de foto. Vanuit onze slaapkamer keken we uit over de velden richting Nieuw Einde
(onderkant foto). Er was ook aandacht voor groen in de wijk. Maar de meeste groene stukjes waren
afgezet met een omheining.
Halverwege de weg is ons huis, Heerenweg 231 en
231a zichtbaar. Links is het heuveltje zichtbaar waar
in de wintermaanden genoten kon worden van
sleeén. Verkeer was er nauwelijks
Op de foto hiervoven, de situatie in 1960, is duidelijk
de groenstrook aan de overkant van de weg
zichtbaar. We klommen steevast over het met
prikkeldraad afgezette perk om snel op de heide te
komen. Naast het huis links (van Rijks?) was een
houten kerk van de Jehova getuigen te vinden.
In de periode 1938 worden ook andere straten in de kolonie aangepakt. Het is nu een echte wijk
geworden.Overal bestrating.
Maar overal verdwijnen bouwwerken en moeten wijken voor nieuwbouw, of voor de aanleg van een
weg, of domweg omdat de bouwsels niet meer van deze tijd zijn. In 1956 wordt cafe-restaurant Gielen,
op de hoek van de Heerenweg en de Versiliënboschweg gesloopt, samen met een paar huizen
daarnaast. In datzelfde cafe-restaurant had Tamboer en Fluitenkorps “Juliana 27” haar clublokaal.
Versiliënbosch bestaat nog . In
de eerste instantie waren de
woningen tegen de 60er jaren
klein en verouderd, er was
bijvoorbeeld geen badkamer (
velen hadden een losse
douche in de serre achter de
woning …. ) , maar na lange
discussies werd de gehele wijk
op de schop genomen en
radicaal gemoderniseerd .
Gelukkig maar , het is toch een stukje geschiedenis en erfgoed , nietwaar ?
Versiliënbosch is alleen een flink stuk voller gebouwd. De afrastering van het stukje groen tegenover
Heerenweg 231a is verdwenen. De oude Schaapskooiweg, wat eerst een zandpaadje was, en waar na
de tweede wereldoorlog vuilniswagens over heen denderde om hun vuilnis in de Asjekoel te dumpen is
veranderd in een doodlopende weg.
Waar eens de Asjekoel was, is nu een bezoekerscentrum van Natuurmonumenten, een plek waar velen
starten voor natuurwandelingen naar de Roode Beek, waar het bronwater, door de ijzerhoudend grond
rood kleurt. Van de vuilstortplaats is enkel nog de herinnering aanwezig
De kolonie Versiliënbosch
Veel materiaal op deze pagina is gecopiëerd van de site van oud
bewoner
Bas Waanders
Betrekkelijk kort na de oprichting van “De Volkswoning” in 1917, zijn
er bouwplannen uitgewerkt door de vermaarde architect ir. Jos Th. J.
Cuypers, en wel voor honderd woningen te Versiliënbosch. Deze
woningen zijn toen evenwel niet gerealiseerd.
Het eerste complex van 166 woningen in opdracht van “De
Volkswoning” wordt in 1919 gebouwd in de Passart, eveneens naar
een ontwerp van architect Jos Cuypers en onder directievoering van
het technisch bureau van “Ons Limburg”. De huizen worden
gebouwd door aannemer A. Deckers uit Heerlen.
In 1920, het jaar daarop dus, wordt nog een groter complex
opgeleverd, namelijk in totaal tweehonderd woningen te
Versiliënbosch, waarvoor Jos Cuypers al reeds eerder honderd
woningen aan zijn tekentafel had ontworpen..
Versiliënbosch is lange tijd een “mijnwerkerskolonie” geweest , net
zoals “Nieuw Einde”. De gedachte toendertijd was om mijnwerkers,
die nauwelijks over vervoer beschikten, toch dicht bij hun werk te
laten wonen . Bovendien werden deze wijken in vrij lege gebieden
gerealiseerd, waar de mogelijkheid bestond de kompels naast rust
ook de mogelijkheid te geven een moestuin te kunnen aanleggen,
waar het gezin in de eerste instantie hun verse waar konden
verbouwen . Ook Versiliënbosch werd met deze gedachte in het
achterhoofd gebouwd en aan de reeds bestaande infrastructuur (
wegen ) aangepast .
Hierboven is een mooie luchtfoto van Versiliënbosch te zien. Aan de
onderkant zie je de Anjelierstraat. Volg je die naar links dan kom je uit
op de Heerenweg waar je linksaf kunt naar Brunssum en rechtsaf
naar de Heksenberg. Die kolonie is mooi zichtbaar. Het stukje
Heerenweg, waar wij woonden is net niet zichtbaar op de foto. Vanuit
onze slaapkamer keken we uit over de velden richting Nieuw Einde
(onderkant foto). Er was ook aandacht voor groen in de wijk. Maar de
meeste groene stukjes waren afgezet met een omheining.
Halverwege de weg is ons huis, Heerenweg 231 en 231a zichtbaar.
Links is het heuveltje zichtbaar waar in de wintermaanden genoten
kon worden van sleeén. Verkeer was er nauwelijks
Op de foto hiervoven, de situatie in 1960, is duidelijk de groenstrook
aan de overkant van de weg zichtbaar. We klommen steevast over
het met prikkeldraad afgezette perk om snel op de heide te komen.
Naast het huis links (van Rijks?) was een houten kerk van de
Jehova getuigen te vinden.
In de periode 1938 worden ook
andere straten in de kolonie
aangepakt. Het is nu een echte
wijk geworden.Overal bestrating.
Maar overal verdwijnen
bouwwerken en moeten wijken
voor nieuwbouw, of voor de
aanleg van een weg, of domweg
omdat de bouwsels niet meer
van deze tijd zijn. In 1956 wordt
cafe-restaurant Gielen, op de hoek van de Heerenweg en de
Versiliënboschweg gesloopt, samen met een paar huizen daarnaast.
In datzelfde cafe-restaurant had Tamboer en Fluitenkorps “Juliana
27” haar clublokaal.
Versiliënbosch bestaat nog . In de eerste instantie waren de
woningen tegen de 60er jaren klein en verouderd, er was
bijvoorbeeld geen badkamer ( velen hadden een losse douche in de
serre achter de woning …. ) , maar na lange discussies werd de
gehele wijk op de schop genomen en radicaal gemoderniseerd .
Gelukkig maar , het is toch een stukje geschiedenis en erfgoed ,
nietwaar ?
Versiliënbosch is alleen een flink stuk voller gebouwd. De afrastering
van het stukje groen tegenover Heerenweg 231a is verdwenen. De
oude Schaapskooiweg, wat eerst een zandpaadje was, en waar na
de tweede wereldoorlog vuilniswagens over heen denderde om hun
vuilnis in de Asjekoel te dumpen is veranderd in een doodlopende
weg.
Waar eens de Asjekoel was, is nu een bezoekerscentrum van
Natuurmonumenten, een plek waar velen starten voor
natuurwandelingen naar de Roode Beek, waar het bronwater, door
de ijzerhoudend grond rood kleurt. Van de vuilstortplaats is enkel nog
de herinnering aanwezig