Dag 08. Van Panguitch naar Richfield (Utah)

In de morgenuren rijden we naar Bryce national Park en Kodachrome Basin. In de namiddag rijden we door via Widtsoe Junction, Antimone, Kingston en Sevier naar Richfield. Daar overnachten we in het New West Motel, 477 S.Main, Richfield (phone 896-4076). Bryce Canyon, a hell of a place to loose a cow. tenminste volgens Ebenezer Bryce, die hier was neergestreken en wat deed aan veehouderij. Maar zover ware we nog niet. In panguitchn amen we de US89, maar nu zuidwaarts, om na 7 mijl linksaf te gaan en de US12 op te rijden. De US12 bracht ons in de Red Canyon, een plek waar we wel moesten stoppen. De weg ging dwars door een rode rots heen, logisch dat daar een foto gemaakt moest worden. Helaas wat wazig, maar ik sta echt naar deze doorgang van de US12 te kijken. Alweer een plezier om naar te kijken, logisch dus dat een paar keer onderweg werd gestopt om te genieten van deze rotsen die met rode verf (zo leek het) waren beschilderd. Het gebied had niet voor niets de naam Red Canyon gekregen. Bij de volgende splitsing in de weg ging hetzuidwaarts, en na Ruby's Inn gepassseerd te zijn (restaurants, motel, en souvernirs) waren we bij de ingang van Bryce Canyon. Uiteraard werd eerst weer 2 dollar betaald, en ontvingen we de gebruikelijke informatie over het nationaal park. Bryce canyon is eigenlijk geen Canyon, want in het oosten gaat geen enkele rotswand omhoog. Nee Bryce is een aaneenschakeling van Amfitheaters. De kleuren zijn zoals al vaker is gezegd, allerlei rood, geel, grijs, oranje vermillioen en alles wat deze kleuren met elkaar vebindt tot een geheel. Bryce is een langrerekte weg die noord-zuid loopt, en steeds in de buurt bijft van de rand van de amfitheaters. Soms moet je 30 meter lopen om van de [parkeerplaats naar de rand te komen, en soms is de rand direct naast je auto. Er zijn overal perkeerplaatsen waar je kunt stoppen om van de kleuren van allelei rotsformatie te genieten. Het meest zuidelijke punt waar je met de auto kunt komen is Rainbow Point. Lopend kan je nog iets verder komen, namelijk Yovimpa Point. Maar er zijn veel meer mooie plekjes om in de verte (of dichtbij) te staren zoals, Fairview Point, Piracy Point, Paria View, Bryce Point om er maar een paar te noemen. gedurend onze uitkijk was het bewolkt, som scheen de zon volop, en soms was de hemel helemaal dicht. Dat was ook aan de kwaliteit van de foto's die ik maakte, te zien. Er waren flink wat wandelingen langs en in de canyon uitgezet, sommige waren loops, en sommige waren trails die  een ander eindpunt hadden dan het begin. Maar geen van de wandeling in de amfitheaters was ons doel, wij keken alleen maar en genoten van de meest vreemde rotsformaties, die schijnbaar bedekt waren met sneeuw. De top van deze lagen was van een ander gesteente dan de rots er onder, waardoor het juist een sneeuwlaag of een cemnetlaag leek. Nadat we uren van Bryce Canyon hadden genoten was het tijd om richting Salt Lake City te gaan. De enige weg in 1982 die daarvoor in aanmerking kwam was een lokale weg, zonder naam, die ons naar Antimony bracht, zo'n 50 kilometer naar het noorden. De andere mogelijkheid was terug naar Panguitch, en via de US89 verder naar het noorden. Maar die weg hadden we al voor een deel gezoen. De weg naar Antimony liep langs de Sevier Rivier, en liep dwars door de Dixie National Forest bossen. Interessant genoeg voor ons, want regelmatig kwamen we plekken tegen die wel een beetje weg hadden van de amfitheaters die we in Cedar Breaks en Bryce Canyon hadden mogen zien. In Antimony hadden we weer een officiele weg US22, en daarna US62 welke ons in Kingston bracht. Na Kingston vonden we de aansluiting weer met de US89 die ons verder naar het noorden bracht. En nog steeds reden we langs de Sevier rivier, naar Marysville en het plaatsje Sevier. We bleven op de US89, die ons na nogmaals 50 kilometer te hebben gereden in Richfield bracht, de plaats waar we zouden overnachten. Maar wat leek Richfield op een stadje in Nederland. Regelmatig zagen we ergens in een tuin een windmolen staan. En de gazons waren, net al in ons kikkerlandje, goed verzorgd en gemaaid. We reden langs de prachtige mormoonse kerk van Richfield, maar voordat we bij ons motel aankwamen stopten we bij een Dutch looking Kerk. Een man kwam naar ons toe en vroeg of we Nederlanders waren. huh?? De reden was duidelijk, we stonden bij een protestante kerk, en de teksten die op de gebrandschilderde ramen te zien waren bleken Nederlandse teksten te zijn.De man was de koster van de kerk. We mochten binnen kijken, maar daar was niet zoveel te zien. De motelkamer was goed (New West Motel, Richfield/Utah), het eten in de buurt was ook prima. En natuurlijk moest er weer getankt worden, want de auto liep ook niet op water. De laatste dag dat Tijs en ik alleen door de USA toerden was voorbij.      

Dag 08. Van Panguitch naar Richfield

(Utah)

In de morgenuren rijden we naar Bryce national Park en Kodachrome Basin. In de namiddag rijden we door via Widtsoe Junction, Antimone, Kingston en Sevier naar Richfield. Daar overnachten we in het New West Motel, 477 S.Main, Richfield (phone 896-4076). Bryce Canyon, a hell of a place to loose a cow. tenminste volgens Ebenezer Bryce, die hier was neergestreken en wat deed aan veehouderij. Maar zover ware we nog niet. In panguitchn amen we de US89, maar nu zuidwaarts, om na 7 mijl linksaf te gaan en de US12 op te rijden. De US12 bracht ons in de Red Canyon, een plek waar we wel moesten stoppen. De weg ging dwars door een rode rots heen, logisch dat daar een foto gemaakt moest worden. Helaas wat wazig, maar ik sta echt naar deze doorgang van de US12 te kijken. Alweer een plezier om naar te kijken, logisch dus dat een paar keer onderweg werd gestopt om te genieten van deze rotsen die met rode verf (zo leek het) waren beschilderd. Het gebied had niet voor niets de naam Red Canyon gekregen. Bij de volgende splitsing in de weg ging hetzuidwaarts, en na Ruby's Inn gepassseerd te zijn (restaurants, motel, en souvernirs) waren we bij de ingang van Bryce Canyon. Uiteraard werd eerst weer 2 dollar betaald, en ontvingen we de gebruikelijke informatie over het nationaal park. Bryce canyon is eigenlijk geen Canyon, want in het oosten gaat geen enkele rotswand omhoog. Nee Bryce is een aaneenschakeling van Amfitheaters. De kleuren zijn zoals al vaker is gezegd, allerlei rood, geel, grijs, oranje vermillioen en alles wat deze kleuren met elkaar vebindt tot een geheel. Bryce is een langrerekte weg die noord-zuid loopt, en steeds in de buurt bijft van de rand van de amfitheaters. Soms moet je 30 meter lopen om van de [parkeerplaats naar de rand te komen, en soms is de rand direct naast je auto. Er zijn overal perkeerplaatsen waar je kunt stoppen om van de kleuren van allelei rotsformatie te genieten. Het meest zuidelijke punt waar je met de auto kunt komen is Rainbow Point. Lopend kan je nog iets verder komen, namelijk Yovimpa Point. Maar er zijn veel meer mooie plekjes om in de verte (of dichtbij) te staren zoals, Fairview Point, Piracy Point, Paria View, Bryce Point om er maar een paar te noemen. gedurend onze uitkijk was het bewolkt, som scheen de zon volop, en soms was de hemel helemaal dicht. Dat was ook aan de kwaliteit van de foto's die ik maakte, te zien. Er waren flink wat wandelingen langs en in de canyon uitgezet, sommige waren loops, en sommige waren trails die  een ander eindpunt hadden dan het begin. Maar geen van de wandeling in de amfitheaters was ons doel, wij keken alleen maar en genoten van de meest vreemde rotsformaties, die schijnbaar bedekt waren met sneeuw. De top van deze lagen was van een ander gesteente dan de rots er onder, waardoor het juist een sneeuwlaag of een cemnetlaag leek. Nadat we uren van Bryce Canyon hadden genoten was het tijd om richting Salt Lake City te gaan. De enige weg in 1982 die daarvoor in aanmerking kwam was een lokale weg, zonder naam, die ons naar Antimony bracht, zo'n 50 kilometer naar het noorden. De andere mogelijkheid was terug naar Panguitch, en via de US89 verder naar het noorden. Maar die weg hadden we al voor een deel gezoen. De weg naar Antimony liep langs de Sevier Rivier, en liep dwars door de Dixie National Forest bossen. Interessant genoeg voor ons, want regelmatig kwamen we plekken tegen die wel een beetje weg hadden van de amfitheaters die we in Cedar Breaks en Bryce Canyon hadden mogen zien. In Antimony hadden we weer een officiele weg US22, en daarna US62 welke ons in Kingston bracht. Na Kingston vonden we de aansluiting weer met de US89 die ons verder naar het noorden bracht. En nog steeds reden we langs de Sevier rivier, naar Marysville en het plaatsje Sevier. We bleven op de US89, die ons na nogmaals 50 kilometer te hebben gereden in Richfield bracht, de plaats waar we zouden overnachten. Maar wat leek Richfield op een stadje in Nederland. Regelmatig zagen we ergens in een tuin een windmolen staan. En de gazons waren, net al in ons kikkerlandje, goed verzorgd en gemaaid. We reden langs de prachtige mormoonse kerk van Richfield, maar voordat we bij ons motel aankwamen stopten we bij een Dutch looking Kerk. Een man kwam naar ons toe en vroeg of we Nederlanders waren. huh?? De reden was duidelijk, we stonden bij een protestante kerk, en de teksten die op de gebrandschilderde ramen te zien waren bleken Nederlandse teksten te zijn.De man was de koster van de kerk. We mochten binnen kijken, maar daar was niet zoveel te zien. De motelkamer was goed (New West Motel, Richfield/Utah), het eten in de buurt was ook prima. En natuurlijk moest er weer getankt worden, want de auto liep ook niet op water. De laatste dag dat Tijs en ik alleen door de USA toerden was voorbij.