Dag 01. Naar Salt lake City
Een lange vermoeiende dag, die begint om 06.15 met het vertrek vanuit Middelburg naar Schiphol.
Daarna met Martinair met vlucht MP701 van Amsterdam naar Minneapolis/Minnesota (USA). We krijgen
echter een tussenstop in Chicago/Illlenois. In Minneapolis staat een ontmoeting met W0KZV-Tom, en
K1HZ-Ron, gepland. Daarna nemen we een binnenlandse vlucht met Ward Air (WA-438) naar Salt Lake
City in Utah. Hier hopen we aan te komen om 21.15 lokale tijd. In salt Lake City staan Waldo (W7LCB)
en Zola zijn XYL ons op te wachten. Na het oppikken van de huurauto (bij AVIS) gaan we mee met
Waldo en Zola die ons een bed voor de nacht hebben beloofd.
We moesten 2 uur voor vertrek op Schiphol zijn om in te checken. Dat
betekende vroeg vertrekken, en dat deden we per auto. Annie en Hans
brachten ons weg, helemaal naar Schiphol. Annie vond het niet leuk
toen we achter de douanepoorten verdwenen. Op schiphol verliep alles
vlotjes, en zonder vertraging vertrollen we met de MP701 van Martinair
richting USA. Nog nooit was ik met een vliegtuig de Atlantische Oceaan
overgestoken, en voor Tijs was het de allereerste vlucht ooit.
Het vliegtuig, een DC10-30 van McDonnald-Douglas, verdween na het
opstijgen, direct in de wolken. Op de terugweg naar Middelburg
kwamen Annie en Hans bij Schiphol in een file te zitten. "pssshh" deden
de vrachtauto's, net alsof ze tegen Annie wilden zeggen. "Hij is toch lekker weg". Hans lag dubbel over
het dashbord toen Annie dit tegen hem zei.
De chartervlucht verliep voorspoedig. Eenmaal boven de wolken bleef het zicht naar beden weg. Het
wolkendek was te dicht. Mijn fototoestel had ik bij me, waardoor ik een aantal foto's in het vliegtuig kon
maken. We hadden de plaasen welke gecodeerd waren met 20J (sky cot), en tijs had de plaats aan het
raampje gekozen. Het type vliegtuig was, denk ik, een Douglas DC10-30, een knots van een toestel met
3 rijen, voor 2,5, en 2 personen. Achter ons zat een echtpaar met hun baby-tje. De baby was netjes
opgeborgen in een mand die aan het plafond van de cabine was vastgemaakt. Ik herinner mee een
moment dat het begon te stinken in de cabine. De baby moest verschoond wprden, en dat gebeurde
ook.
Net boven Groenland trok het wolkendek even weg, en kon ik een paar foto's maken van het gebied
onder ons. En weer een paar uur later werd de daling ingezet. Het vliegtuig ging landen. Dat was snel.
Maar het was niet Minneapolis maar Chicago, waar we op vliegveld O'Hara een tussenlanding maakten.
kijkend door het raampje was duidelijk hoe de Amerikanen bouwen in woongeboeden van grote steden.
Alles recht toe recht aan. Nu begreep ik ook in een klap hoe het stratensysteem in de Verenigde staten
werkt. het centrum van de stad is het nulpunt. Alle straatnamen zijn genummerd t.o.v. dit fictieve
centrum.
In het vliegtuig moesten we extra papieren invullen, de z.g. Customs
Declaration. Die moesten we afgeven in Chicago, want ook al was dit
een tussenlanding, we moesten wel uit het vliegtuig. Want in Chicago
werden we gecontroleerd, en werd gekeken of onze papieren in orde
waren. Vreemde gang van zaken, zeker als je daarna in hetzelfde
vliegtuig stapt om je reis te vervolgen. Maar voor ons was het een
welkome afwisseling, want we konden de benen strekken, en een klein
wandelingetje maken.
Na controle vervolgde het vliegtuig zijn reis, nu naar eindbestemming
Minneapolis in Minnesota. Hier stonden Tom, W0KZV en Ron, K1HZ
ons op te wachten. Eigenlijk moet ik zeggen K1HZ/0, want juist in die
tijd hoefden de amateurs niet meer aan te geven in welke call area ( 1 t/m
0) zij met hun uitzending bezig waren. En Minnesota behoort tot call-
district "zero". Tom nam ons mee naar zijn huis, waar we konden kennis
maken met zijn vrouw Linda.En natuurlijk liet Ton vol trots zijn shack even
zien. Veel tijd was er niet want Tom en Ron hadden ons uitgenodigd om
ergens in St. Paul te gaan lunchen. Ik weet niet meer of de vrouwen van
beide zendamateurs daar ook bij waren. De lunch was American sized, en
we leerden na de lunch wat een "Doggy Bag" was. Want een deel van het
overtollige eten werde door onze gastheren meegenomen.
In Minneapolis moesten we overstappen op een binnenlandse vlucht naar
Salt Lake City. Of eigenlijk was dat in St. Paul Minnesota. Het vliegveld
bleek voor ons gevoel niet 1 maar 2 vliegvelden te zijn. Dat was natuurlijk
niet zo.Binnenlandse vluchten vertrokken van een andere terminal dan de
internationale vluchten. En die twee terminals lagen behoorlijk ver uit
elkaar. De stop in Minnesota duurde ongeveer 3 uur.
Daar kwam nog een uurtje bij, doordat de
vlucht met Wardair WA438 vertraging had opgelopen. Dat was
trouwens een Canadese maatschappij. Tijdens de vlucht bleef het
toestel niet verschoond van lucht turbulenties, en die waren zo nu en
dan ook te voelen. De gezagvoerden waarschuwde de passagiers toen
er over de Rocky Mountains werd gevlogen. Al met al waren we pas
rond 11 uur s'avonds lokale tijd in Salt Lake City en bij de
passagiersuitgang stond Waldo, W7LCB op ons te wachten. Dat had
hem een extra uur gekost.
Oei, het loket van AVIS, waar we onze huur auto zouden krijgen (die
was al betaald in Nederland) was gesloten, dus geen auto voor ons.
Gelukkig hadden we Waldo ter beschikking, en hij zou ons, na een goede nachtrust bij hem thuis, wel
naar AVIS brengen, om dan de auto op te pikken. Er bleeft Tijs en mij niets anders over dan Waldo te
volgen. Bij hem thuis aangekomen was het al middernacht geweest. Alle bewoners van huize Hodson
waren al in diepe rust. We kregen onze slaapplaats aangewezen, en weg was Waldo.
De eerste reisdag zat er op.
Douglas DC10-30CF