Dag 04. Van Moab naar Mexican Hat

We gaan richting zuiden en rijden over de US 163 en US 211. Daarna terug naar US 163 en rijden we via Monticello, Blanding en Bluff naar Mexican Hat. In de avonduren bezoeken we nog de Goosenecs of Muley point Overlook. We overnachten in het San Juan Motel in Mexican Hat (tel 683-2220) Op weg naar Mexican Hat. Dat was de planning voor de dag. Na het ontbij en het vullen van de tank ging het richting zuid over de US163. De omgeving bleef gewoon fantastisch uitzien. Langs de weg stonden een aantal brievenbussen naast elkaar, maar de huizen die bij die brievenbussen hoorden waren nergens te zien. Zo nu en passeerden we wat zandweggetjes. En alweer viel er iets op, verkeer was nauwelijks aanwezig. Links van de weg zagen we plotseling dat op een rots met flinke grote letter Hole in The Rock was gekalkt. Een plek dus om halt te houden. Het zou een plek geweest zijn waar een kluizenaar in een gat in de rots had gewoond. Nu was er een winkel te vinden, waar je van allerhand spul kon kopen. En daar maakte ik van gebruik, want ik zag een mooie riem hngen. De gesp was van een gegoten koper legering. De voorstelling op de gesp was een indiaanse krijger die, gezeten op een paard, een speer in zijn hand hield. Die gesp heb ik nog steeds, en draag deze geregeld. Hij is wel wat afgesleten, en de leren riem is al twee maal vernieuwd geworden. De weg naar het souvernir winkeltj was gemarkeerd met grote stenen, welk geheel bestonden uit mineralen. Ze verkochten ook fruit,, enn een grote donkerrode watermeloen werd op de parkeerplaats voor de winkel verorbert. Na deze onverwachte stop op 23 kilometer te zuiden van Moab vervolgde we onze weg. We moesten tenslotte in Mexican Hat zien uit te komen. Onze volgende stop was Newspaper Rock Historical Monument dat zich langs weg US211 bevond. Hiervoor moesten we wel onze hoofdroute verlaten. Na 13 mijl waren we bij het monument. Op de rotswand zijn petroglyphen te zien welke door culteren van 1500 jaar geleden tot nu toe erop gemaakt zijn. De start was waarschijnlijk gemaakt door Pueblo indianen die hier tot ongeveer 1540 A.D. geleefd hebben. De lichtere kleuren in de rots zijn waarschijnlijk door Ute indianen er op gezet. Zij leven nog steeds in dit Four Corners gebied. Tot onze stomme verbazing hoefden we deze keer geen entree te betalen. De rots, waarop of waarin  prehistorische bewoners figuren getekend waren, was aanraakbaar, en er was geen andere sterveling aanwezig bij de rots.  We konden als we dat wilden zomaar onze eigen tekening in de rots aanbrengen. Iets verder door was een Coral te zien, zoals je die ook in cowboyfilms tegenkomt. Een object dat uiteraard gefotografeerd moest worden. Op weg naar de Corral zag ik nog een grote zwarte vlinder voorbij fladderen, maar kon de butterfly niet op foto vastleggen. na bezichtiging reden we de 13 mile terug naar de US163 en reden naar Monicello, een plaatsje dat we na 15 mile rijden bereikten. Daarna verder door naar Blanding, waar we wat aten in een soort McDonalds restaurant. Er zaten ook lokale inwoners in de eetgelegenheid, Ute indianen. Volgens de uitbater van de het wegrestaurant dezen deze Ute niets anders dan het geld opmaken dat ze regelmatig van de overheid kregen. In ruil voor dat geld haalde de overheid uranium uit de grond.     Lang bleven we niet in Blanding, want onze volgende stop was Natural Bridges National Monument. Daarvoor gingen we na Blanding rechtsaf naar het westen, den US95 op. De Bicentenial Highway, een naam die deze weg in 1976 heeft gekregen. Alweer was get genieten om in een gebied te rijden waar je geen huizen tegenkomt. Na 30 mijl kwamen we bij de afslag naar het monument. Daar de auto neerzetten, entree (1 Dollar) betalen, en genieten van de natuurlijke bruggen van dit monument.   Regelmatig zagen we bordjes staan met de waarschuwing dat het niet verstandig was daar te zijn als er onweer was. k vroeg aan een ranger of het verstandig was om de weg naar de Valley of the Gods te nemen. We hadden wat tijd over, anders zouden we te vroeg in Mexican Hat arriveren. Ik kreeg als antwoord dat dat makkelijk kon, het had toch niet geregend. Wat de betekenis van dat antwoord was kwam ik later die middag achter. Heel erg lang bleven we niet in natural Bridges. We reden een stukje terug over de US95 om de US261 te nemen, verder naar het zuiden, rcihting Mexican Hat. We kwamen op deze weg geen enkele auto tegen. Er stond een verkeersbord langs de weg dat aangaf dat de weg verboden was voor vrachtverkeer. Waarom dit bord er stond daar kwam ik na 30 kilometer achter.Want plotseling stond er een draadhek op de weg En daarvoor een bord "Mokee Dugway, Elev 6425, 1106 drop next 3 miles". Jesus, ik keek zo de afgrond in. Een gravel weg kronkelde zich naar beneden. Hoe de weg erbij lag en wat voor hindernissen er op de loer lagen was niet te bepalen. Terugrijden o deze weg naar beneden langs de flanken van de berg? Niet terug, dus toch maar naar beneden. Wat een sensatie, hopenlijk hadden we geen tegenliggers, want de weg was niet zo erg breed. Het adrenaline peil was flink gestegen, maar gelukkig kwamen we zonder problemen met een kloppend hart beneden. Jeee, we hadden zomaar het Mokee (Moki-Moque) Dugway avontuur overleefd. Terugkijken vanaf beneden (nog steeds op een hoogte van 5300 feet) naar de top van US261 was een geweldig schouwspel. Dus toch de weg naar de Valley of the Gods nemen, wat kon ons verder nog gebeuren. Een jeep kwam ons tegemoet rijden toen we deze dirt-road insloegen. Ik kreeg het steeds benauwder in de auto. Een aantal keren stopte we onderweg om de erosie van de rotsformaties te bekijken. We haddeen geen water bij ons, en niemand wist dat we ons op deze weg bevonden. En toen ik na een s-bocht genomen te hebben,door een droge rivierbedding moest rijden, vol met losse steen, was de maat vol. Terug naar de veilige US261. En achter de auto was niets anders dan een rood-grijze mist te zien van opwaaiend stof. gelukkig bereiken we de US261 weer zonder problemen. De avond begon te vallen, maar Mexican Hat lag maar een paar kilometer voor ons. De naam had het dorp (gehucht) te danken aan een mooie rotsformatie, didie leek op, jawel, een Mexicaanse Hoed. je moest niet veel verbeelding hebben om deze vorm te heherkennen. Wat wind en erosie kan doen !! We streken neer in het San Juan Motel in Mexican Hat, Het motel had ook een restaurant erbij, en er was een trading post. Het bed was prima, en het eten smaakte prima. Tijs ging na het eten uitrrusten, en daarna slapen. Ik moest nog wat van mijn energie kwijt, en dook het reataurant annex bar in. Er waren slechts een paar gasten aanwezig. Een man met een cowboyhoed op vroeg waar ik vandaan kwam, en wat onze plannen waren. Na 15 minuten had ik een uitnodiging van hem te pakken om samen met hem de volgende dag te gaan raften op de Jan Juan rivier. Want die stroomde tenslotte langs het motel. In de bar was bier te krijgen, en dat liet ik mij prima smaken. Achter de bar was een deur zichtbaar, waarop een opschrift was bevestigd. "behind this door you need a parachte" stond er op te lezen. Ik mocht van de barman deze door open maken. Maar ik moest wel heel voorzichtig zijn. Achter deze duer bevond zich niets anders dan lucht. En benecden in de diepte stroomde de San Juan Rivier. Het San Juan Motel was boven op een rots gebouwd      

Dag 04. Van Moab naar Mexican Hat

We gaan richting zuiden en rijden over de US 163 en US 211. Daarna terug naar US 163 en rijden we via Monticello, Blanding en Bluff naar Mexican Hat. In de avonduren bezoeken we nog de Goosenecs of Muley point Overlook. We overnachten in het San Juan Motel in Mexican Hat (tel 683-2220) Op weg naar Mexican Hat. Dat was de planning voor de dag. Na het ontbij en het vullen van de tank ging het richting zuid over de US163. De omgeving bleef gewoon fantastisch uitzien. Langs de weg stonden een aantal brievenbussen naast elkaar, maar de huizen die bij die brievenbussen hoorden waren nergens te zien. Zo nu en passeerden we wat zandweggetjes. En alweer viel er iets op, verkeer was nauwelijks aanwezig. Links van de weg zagen we plotseling dat op een rots met flinke grote letter Hole in The Rock was gekalkt. Een plek dus om halt te houden. Het zou een plek geweest zijn waar een kluizenaar in een gat in de rots had gewoond. Nu was er een winkel te vinden, waar je van allerhand spul kon kopen. En daar maakte ik van gebruik, want ik zag een mooie riem hngen. De gesp was van een gegoten koper legering. De voorstelling op de gesp was een indiaanse krijger die, gezeten op een paard, een speer in zijn hand hield. Die gesp heb ik nog steeds, en draag deze geregeld. Hij is wel wat afgesleten, en de leren riem is al twee maal vernieuwd geworden. De weg naar het souvernir winkeltj was gemarkeerd met grote stenen, welk geheel bestonden uit mineralen. Ze verkochten ook fruit,, enn een grote donkerrode watermeloen werd op de parkeerplaats voor de winkel verorbert. Na deze onverwachte stop op 23 kilometer te zuiden van Moab vervolgde we onze weg. We moesten tenslotte in Mexican Hat zien uit te komen. Onze volgende stop was Newspaper Rock Historical Monument dat zich langs weg US211 bevond. Hiervoor moesten we wel onze hoofdroute verlaten. Na 13 mijl waren we bij het monument. Op de rotswand zijn petroglyphen te zien welke door culteren van 1500 jaar geleden tot nu toe erop gemaakt zijn. De start was waarschijnlijk gemaakt door Pueblo indianen die hier tot ongeveer 1540 A.D. geleefd hebben. De lichtere kleuren in de rots zijn waarschijnlijk door Ute indianen er op gezet. Zij leven nog steeds in dit Four Corners gebied. Tot onze stomme verbazing hoefden we deze keer geen entree te betalen. De rots, waarop of waarin  prehistorische bewoners figuren getekend waren, was aanraakbaar, en er was geen andere sterveling aanwezig bij de rots.  We konden als we dat wilden zomaar onze eigen tekening in de rots aanbrengen. Iets verder door was een Coral te zien, zoals je die ook in cowboyfilms tegenkomt. Een object dat uiteraard gefotografeerd moest worden. Op weg naar de Corral zag ik nog een grote zwarte vlinder voorbij fladderen, maar kon de butterfly niet op foto vastleggen. na bezichtiging reden we de 13 mile terug naar de US163 en reden naar Monicello, een plaatsje dat we na 15 mile rijden bereikten. Daarna verder door naar Blanding, waar we wat aten in een soort McDonalds restaurant. Er zaten ook lokale inwoners in de eetgelegenheid, Ute indianen. Volgens de uitbater van de het wegrestaurant dezen deze Ute niets anders dan het geld opmaken dat ze regelmatig van de overheid kregen. In ruil voor dat geld haalde de overheid uranium uit de grond.     Lang bleven we niet in Blanding, want onze volgende stop was Natural Bridges National Monument. Daarvoor gingen we na Blanding rechtsaf naar het westen, den US95 op. De Bicentenial Highway, een naam die deze weg in 1976 heeft gekregen. Alweer was get genieten om in een gebied te rijden waar je geen huizen tegenkomt. Na 30 mijl kwamen we bij de afslag naar het monument. Daar de auto neerzetten, entree (1 Dollar) betalen, en genieten van de natuurlijke bruggen van dit monument.   Regelmatig zagen we bordjes staan met de waarschuwing dat het niet verstandig was daar te zijn als er onweer was. k vroeg aan een ranger of het verstandig was om de weg naar de Valley of the Gods te nemen. We hadden wat tijd over, anders zouden we te vroeg in Mexican Hat arriveren. Ik kreeg als antwoord dat dat makkelijk kon, het had toch niet geregend. Wat de betekenis van dat antwoord was kwam ik later die middag achter. Heel erg lang bleven we niet in natural Bridges. We reden een stukje terug over de US95 om de US261 te nemen, verder naar het zuiden, rcihting Mexican Hat. We kwamen op deze weg geen enkele auto tegen. Er stond een verkeersbord langs de weg dat aangaf dat de weg verboden was voor vrachtverkeer. Waarom dit bord er stond daar kwam ik na 30 kilometer achter.Want plotseling stond er een draadhek op de weg En daarvoor een bord "Mokee Dugway, Elev 6425, 1106 drop next 3 miles". Jesus, ik keek zo de afgrond in. Een gravel weg kronkelde zich naar beneden. Hoe de weg erbij lag en wat voor hindernissen er op de loer lagen was niet te bepalen. Terugrijden o deze weg naar beneden langs de flanken van de berg? Niet terug, dus toch maar naar beneden. Wat een sensatie, hopenlijk hadden we geen tegenliggers, want de weg was niet zo erg breed. Het adrenaline peil was flink gestegen, maar gelukkig kwamen we zonder problemen met een kloppend hart beneden. Jeee, we hadden zomaar het Mokee (Moki-Moque) Dugway avontuur overleefd. Terugkijken vanaf beneden (nog steeds op een hoogte van 5300 feet) naar de top van US261 was een geweldig schouwspel. Dus toch de weg naar de Valley of the Gods nemen, wat kon ons verder nog gebeuren. Een jeep kwam ons tegemoet rijden toen we deze dirt-road insloegen. Ik kreeg het steeds benauwder in de auto. Een aantal keren stopte we onderweg om de erosie van de rotsformaties te bekijken. We haddeen geen water bij ons, en niemand wist dat we ons op deze weg bevonden. En toen ik na een s-bocht genomen te hebben,door een droge rivierbedding moest rijden, vol met losse steen, was de maat vol. Terug naar de veilige US261. En achter de auto was niets anders dan een rood-grijze mist te zien van opwaaiend stof. gelukkig bereiken we de US261 weer zonder problemen. De avond begon te vallen, maar Mexican Hat lag maar een paar kilometer voor ons. De naam had het dorp (gehucht) te danken aan een mooie rotsformatie, didie leek op, jawel, een Mexicaanse Hoed. je moest niet veel verbeelding hebben om deze vorm te heherkennen. Wat wind en erosie kan doen !! We streken neer in het San Juan Motel in Mexican Hat, Het motel had ook een restaurant erbij, en er was een trading post. Het bed was prima, en het eten smaakte prima. Tijs ging na het eten uitrrusten, en daarna slapen. Ik moest nog wat van mijn energie kwijt, en dook het reataurant annex bar in. Er waren slechts een paar gasten aanwezig. Een man met een cowboyhoed op vroeg waar ik vandaan kwam, en wat onze plannen waren. Na 15 minuten had ik een uitnodiging van hem te pakken om samen met hem de volgende dag te gaan raften op de Jan Juan rivier. Want die stroomde tenslotte langs het motel. In de bar was bier te krijgen, en dat liet ik mij prima smaken. Achter de bar was een deur zichtbaar, waarop een opschrift was bevestigd. "behind this door you need a parachte" stond er op te lezen. Ik mocht van de barman deze door open maken. Maar ik moest wel heel voorzichtig zijn. Achter deze duer bevond zich niets anders dan lucht. En benecden in de diepte stroomde de San Juan Rivier. Het San Juan Motel was boven op een rots gebouwd