Dag 02. Naar Moab (oost Utah)

Via highway (snelweg) 6,70 en 163 rijden we naar Moab. Daar arriveren we in de namiddag. In de avonduren maken we een ritje over road 128 naar Fishers Towers, langs de Colorado Rivier. Fishers Towrs is vaak het decor van wild-west films. De wervelende rode rotsen van dit monument veranderen bij elke andere lichtinval. Deze reis zal ondeveer 3 uur duren. Daarna is het slapen geblazen in het Apache Motel, 166 S. 4th E. in Moab Natuurlijk waren we niet zomaar weg bij onze gastheer en gastvrouw. Zola was al druk bezig om het ontbijt voor ons klaar te maken. Dat bleek een weelderige tafel te worden, ze pakten flink uit voor ons. En meteen plaatsten ze een verontschuldiging; helaas er was geen koffie of thee in huis. Waldo en Zola waren mormonen, net als zoveel mensen in Utah. En daar hoorde geen koffie of thee bij, maar voor ons hadden ze speciaal surrogaat koffie aangeschaft. Maar melk, of karnemelk, of van andere zuivelproducten konden we zoveel hebben als we wilden. Waldo liet me zijn shack zien voor het eten. En wat opviel in die shack was de grote hoeveelheid miniatuur raketten die op een plank stonden. Waldo was namelijk gepensioneerd als een van de assistenten van Werner von Braun. Hij werke voor zijn pensionering aan het Titan Missile Project. Zola vertelde nog dat ze druk was als gids bij Temple Square, het grote mormonen bolwerk in Salt Lake City. Zola wist ook te vertellen dat Joseph Smith, de stichter van de Mormoonse kerk, in haar bloedlijn zat. Bij het opstaan werd meteen een illusie teniet gedaan. Het grote zoutmeer van Salt lake City mag dan zo vlak zijn als maar mogelijk, de omgeving van Salt Lake City was dat in geen geval. Direct ten noorden en oosten van Douglas Street lagen flinke heuvels. Utah was in geen geval vlak zoals ik had gedacht.Reizen door deze Utah- wereld zou een flink avontuur worden. Na het nemen van een foto van het echtpaar en Tijs bracht Waldo ons naar Temple Street, waar het kantoor van AVIS te vinden was. De auto was nu zo geregeld, en, na het nemen van afscheid van onze gastheer waren we op weg naar Moab, ons einddoel van die dag. Als snel zaten we met onze Chevrolet op de I15, de highway die ons naar het zuiden bracht. We passeerden plaatsen zoals Sandy, Orem, en Provo. Utah Lake was rechts van de autoweg zichtbaar.  Bij Spanish Fork verlieten we de I15, en namen de US6 richting Thistle. Bij Moark Junction, waar de US6 en US89 samen komen, pauzeerden we bij het Acorn wegrestaurant en aten en dronken we wat. Volgens mijn opschrijfboekje koste dat $ 2.40, ongeveer 6,25 gulden. We kozen we om de US6 verder te volgen richting Thistle, en bij dit gehucht reden we oostwaarts, richting Colorado. Het leek wel alsof we in een andere wereld terecht waren gekomen. Niemandsland is het goed woord voor het gebied waar we door reden. Allerhande kleuren, veel oranje tinten, en roodachtige kleuren. En geen verkeer. Het leek wel alsof we alleen op de wereld waren. En we konden stoppen waar we ook maar zin hadden. Dat deden we dan ook, en konden genieten van al de scenic Utah kleuren. Via Helper en Carbonville kwamen we in Price terecht. In Price stopten we bij een supermarkt, en kochten daar ons eerste cadeau, een cowboyhoed voor Hans (mijn zwager). En we kochten etenswaren, want er moest natuurlijk onderweg ook gegeven en gedronken worden. Op de parkeerplaats van de supermarkt stond een telefooncel, maar bellen met nederland bleek niet mogelijk te zijn. We bleven op de US-6 en kregen nu een stuk weg van ongeveer 60 mijl, waar slechts 1 gehucht te vinden was, Woodsite, op een hoogte van 4645 feet. De weg bleef door een zeer kleurrijk gebied gaan, en dat nodigde ons uit om toch een paar keer langs de weg te stoppen. Zo kon ik in alle rust, een paar foto's maken. Er was toch nauwelijks verkeer op de weg. We schrokken, als als er toevallig wel een auto voorbij kwam. We kwamen uit in het plaatsje Green River, een toepasselijke naam, want raar stroomde ook de Green River (die uitmond in de Colorado rivier). In Green River was men bezig met werk aan Highway I70, de Oost West verbinding van Colorado naar Utah. In 1982 was deze oost-west verbinding nog volop in aanleg. We vervolgeden onze weg richt Colorado, en bij Crescent Juncion (na ongeveer 25 mijl) sloegen we af naar het zuiden. De US-163 was nu onze weg, en deze moest ons in Moab brengen, een mormonen stadje dat 50 kilometer zuidwaarts lag.  Het landschap veranderde langzaam.Tussen Green River en Crescent Junction was het eigenlijk een grote dorre vlake, met rotspartijen aan de horizon. Mar nu doken steeds meer rotspartijen op, en het landschap werd kleurrijker. Langs de weg liep ook een spoorlijn van de Rio Grande maatschappij, maar een trein was niet te zien. En regelmatig waren er viaducten in de weg aanwezig, want onder de weg was de loop van een riviertje regelmatig te zien. Die, rivier of beek, of beter gezegd een Wash, stond echter al een tijd droog, het was duidelijke niet de periode van het regenseizoen. In de buurt van Moab werd het landschap steeds kleurrijker, en begon het te lijken op de beelden die me bekend waren van indianenfilms. Met alle kleuren rood, grijs, oranje en nog veel meer kleuren. Dat was het landschap waar ik zo naar had uitgekeken, en dat nu rechts en links van de weg zichtbaar was. En daar was de brug over de Colorado rivier, met iets verderop Moab, onze bestemming voor de komende twee nachten.  Het Apache Motel, waar we zouden overnachten was snel gevonden. Het lag aan de oostrand van Moab, niet ver van de US163 af.  En wat mooi was, we werden verwacht, de reservering had dus gewerkt. Onze kamer was op de eerste verdieping, en vanaf de deur van onze kamer keken we tegen rose-paarse rotsen aan die minder dan een halve mijl van ons vandaan de lucht instaken. Eigenlijk was het een enorme hoge muur, Moab lag blijkbaar in een dalkom, omringd door deze kleurige rotswand. En de doorgang was de US-163 en de Colorado rivier die de noordgrens van Moab vormde. Het Apache Motel was zeker niet een van de goedkoopste Motels. Voor de twee overnachtingen moest ik $ 64,50 betalen, een flinke prijs voor 1982. Maar dan had je ook was. Twee grote king size bedden, dus plaats voor 4 personen. En ook het feit dat niemand minder dan John Wayne in dit motel had geslapen zal wel meegeholpen hebben aan deze flinke prijs. Want in de buurt van Moab werden in het verleden veel cowboyfilms  gemaakt, logisch bij zo'n omgeving. Die dinsdagavond 15 juni werd een show elke we wel nooit meer zullen vergeten. Waldo had ons, bij het vertrek uit Salt Lake City, nog vertekd dat we beslist mee moesten doen aan de Canyonsland by Night tocht. Dat was een boottrip welke in de vooravond vanaf de Coloradobrug richt noord Oost zou vertrekken, en die ongeveer drie uur zou duren. Overtuigd door het enthousiasme van Waldo klommen we in de boot, die daarna (halfvol met ongeveer 15 passagiers de Colorado opvoer. Dat gebeurde tegen de stroom in, en langs de oever konden we voortdurend de US-128 zien. Dat was volgense mijn UTAH-Road Map een scenic highway. Iedereen  op de boot (een soortje platbodem met een grote moter  aan de achterkant, moest vertellen waar hij/zij vandaan kwam. We bleken de enige Europeanen te zijn. Er werd wat verteld over de omgeving, en over het feit dat we langs de zuidgrens van Arches NP voeren.  En regelmatig werden we gewezen op rotsformaties langs de beide oevers. Doordat het donker werd, en het licht in de canyon van de Colorado steeds minder werd, kregen deze rotspartijen allerhande schaduwvormen. En met een klein beetje fantasie kon je allerlei figuren en gezichten "herkennen". Het werd pikkedonker in de canyon en op het water, en iedereen werd gevraagd om aan het scheppingsverhaal te denken. En met de woorden, Ladies and gentlemen, the show starts now, stopt het gesputter van de boordmotor, en draaide de boot om, terug naar Moab. Muisstil was het op de boot toen een stem (bandrecorder) het scheppingsverhaal begon te vertellen. En daar was licht. Licht dat van de oever van de Colorado, dus van de US-128 vandaan kwam. Een enorme schijwerper liet zijn licht vallen over de rotspartijen van de canyon. En bij de scheppingsverhaal, regelmatig aangevuld met licht van de oever werd de muziek van Vangelis "Chariots of Fire" ten gehore gebracht. En de snelstromende Colorado rivier zorgde ervoor dat we bij het einde van het scheppingsverhaal weer aanmeerde bij de brug in Moab. Een show om nooit meer te vergeten. Als ik nu  "Chariots of Fire" hoor, dan word ik weer stil en rustig, en ben ik weer terug in 1982 daar op die Colorado rivier.      
Salt Lake City

Dag 02. Naar Moab (oost Utah)

Via highway (snelweg) 6,70 en 163 rijden we naar Moab. Daar arriveren we in de namiddag. In de avonduren maken we een ritje over road 128 naar Fishers Towers, langs de Colorado Rivier. Fishers Towrs is vaak het decor van wild-west films. De wervelende rode rotsen van dit monument veranderen bij elke andere lichtinval. Deze reis zal ondeveer 3 uur duren. Daarna is het slapen geblazen in het Apache Motel, 166 S. 4th E. in Moab Natuurlijk waren we niet zomaar weg bij onze gastheer en gastvrouw. Zola was al druk bezig om het ontbijt voor ons klaar te maken. Dat bleek een weelderige tafel te worden, ze pakten flink uit voor ons. En meteen plaatsten ze een verontschuldiging; helaas er was geen koffie of thee in huis. Waldo en Zola waren mormonen, net als zoveel mensen in Utah. En daar hoorde geen koffie of thee bij, maar voor ons hadden ze speciaal surrogaat koffie aangeschaft. Maar melk, of karnemelk, of van andere zuivelproducten konden we zoveel hebben als we wilden. Waldo liet me zijn shack zien voor het eten. En wat opviel in die shack was de grote hoeveelheid miniatuur raketten die op een plank stonden. Waldo was namelijk gepensioneerd als een van de assistenten van Werner von Braun. Hij werke voor zijn pensionering aan het Titan Missile Project. Zola vertelde nog dat ze druk was als gids bij Temple Square, het grote mormonen bolwerk in Salt Lake City. Zola wist ook te vertellen dat Joseph Smith, de stichter van de Mormoonse kerk, in haar bloedlijn zat. Bij het opstaan werd meteen een illusie teniet gedaan. Het grote zoutmeer van Salt lake City mag dan zo vlak zijn als maar mogelijk, de omgeving van Salt Lake City was dat in geen geval. Direct ten noorden en oosten van Douglas Street lagen flinke heuvels. Utah was in geen geval vlak zoals ik had gedacht.Reizen door deze Utah-wereld zou een flink avontuur worden. Na het nemen van een foto van het echtpaar en Tijs bracht Waldo ons naar Temple Street, waar het kantoor van AVIS te vinden was. De auto was nu zo geregeld, en, na het nemen van afscheid van onze gastheer waren we op weg naar Moab, ons einddoel van die dag. Als snel zaten we met onze Chevrolet op de I15, de highway die ons naar het zuiden bracht. We passeerden plaatsen zoals Sandy, Orem, en Provo. Utah Lake was rechts van de autoweg zichtbaar.  Bij Spanish Fork verlieten we de I15, en namen de US6 richting Thistle. Bij Moark Junction, waar de US6 en US89 samen komen, pauzeerden we bij het Acorn wegrestaurant en aten en dronken we wat. Volgens mijn opschrijfboekje koste dat $ 2.40, ongeveer 6,25 gulden. We kozen we om de US6 verder te volgen richting Thistle, en bij dit gehucht reden we oostwaarts, richting Colorado. Het leek wel alsof we in een andere wereld terecht waren gekomen. Niemandsland is het goed woord voor het gebied waar we door reden. Allerhande kleuren, veel oranje tinten, en roodachtige kleuren. En geen verkeer. Het leek wel alsof we alleen op de wereld waren. En we konden stoppen waar we ook maar zin hadden. Dat deden we dan ook, en konden genieten van al de scenic Utah kleuren. Via Helper en Carbonville kwamen we in Price terecht. In Price stopten we bij een supermarkt, en kochten daar ons eerste cadeau, een cowboyhoed voor Hans (mijn zwager). En we kochten etenswaren, want er moest natuurlijk onderweg ook gegeven en gedronken worden. Op de parkeerplaats van de supermarkt stond een telefooncel, maar bellen met nederland bleek niet mogelijk te zijn. We bleven op de US-6 en kregen nu een stuk weg van ongeveer 60 mijl, waar slechts 1 gehucht te vinden was, Woodsite, op een hoogte van 4645 feet. De weg bleef door een zeer kleurrijk gebied gaan, en dat nodigde ons uit om toch een paar keer langs de weg te stoppen. Zo kon ik in alle rust, een paar foto's maken. Er was toch nauwelijks verkeer op de weg. We schrokken, als als er toevallig wel een auto voorbij kwam. We kwamen uit in het plaatsje Green River, een toepasselijke naam, want raar stroomde ook de Green River (die uitmond in de Colorado rivier). In Green River was men bezig met werk aan Highway I70, de Oost West verbinding van Colorado naar Utah. In 1982 was deze oost-west verbinding nog volop in aanleg. We vervolgeden onze weg richt Colorado, en bij Crescent Juncion (na ongeveer 25 mijl) sloegen we af naar het zuiden. De US-163 was nu onze weg, en deze moest ons in Moab brengen, een mormonen stadje dat 50 kilometer zuidwaarts lag.  Het landschap veranderde langzaam.Tussen Green River en Crescent Junction was het eigenlijk een grote dorre vlake, met rotspartijen aan de horizon. Mar nu doken steeds meer rotspartijen op, en het landschap werd kleurrijker. Langs de weg liep ook een spoorlijn van de Rio Grande maatschappij, maar een trein was niet te zien. En regelmatig waren er viaducten in de weg aanwezig, want onder de weg was de loop van een riviertje regelmatig te zien. Die, rivier of beek, of beter gezegd een Wash, stond echter al een tijd droog, het was duidelijke niet de periode van het regenseizoen. In de buurt van Moab werd het landschap steeds kleurrijker, en begon het te lijken op de beelden die me bekend waren van indianenfilms. Met alle kleuren rood, grijs, oranje en nog veel meer kleuren. Dat was het landschap waar ik zo naar had uitgekeken, en dat nu rechts en links van de weg zichtbaar was. En daar was de brug over de Colorado rivier, met iets verderop Moab, onze bestemming voor de komende twee nachten.  Het Apache Motel, waar we zouden overnachten was snel gevonden. Het lag aan de oostrand van Moab, niet ver van de US163 af.  En wat mooi was, we werden verwacht, de reservering had dus gewerkt. Onze kamer was op de eerste verdieping, en vanaf de deur van onze kamer keken we tegen rose- paarse rotsen aan die minder dan een halve mijl van ons vandaan de lucht instaken. Eigenlijk was het een enorme hoge muur, Moab lag blijkbaar in een dalkom, omringd door deze kleurige rotswand. En de doorgang was de US-163 en de Colorado rivier die de noordgrens van Moab vormde. Het Apache Motel was zeker niet een van de goedkoopste Motels. Voor de twee overnachtingen moest ik $ 64,50 betalen, een flinke prijs voor 1982. Maar dan had je ook was. Twee grote king size bedden, dus plaats voor 4 personen. En ook het feit dat niemand minder dan John Wayne in dit motel had geslapen zal wel meegeholpen hebben aan deze flinke prijs. Want in de buurt van Moab werden in het verleden veel cowboyfilms  gemaakt, logisch bij zo'n omgeving. Die dinsdagavond 15 juni werd een show elke we wel nooit meer zullen vergeten. Waldo had ons, bij het vertrek uit Salt Lake City, nog vertekd dat we beslist mee moesten doen aan de Canyonsland by Night tocht. Dat was een boottrip welke in de vooravond vanaf de Coloradobrug richt noord Oost zou vertrekken, en die ongeveer drie uur zou duren. Overtuigd door het enthousiasme van Waldo klommen we in de boot, die daarna (halfvol met ongeveer 15 passagiers de Colorado opvoer. Dat gebeurde tegen de stroom in, en langs de oever konden we voortdurend de US-128 zien. Dat was volgense mijn UTAH-Road Map een scenic highway. Iedereen  op de boot (een soortje platbodem met een grote moter  aan de achterkant, moest vertellen waar hij/zij vandaan kwam. We bleken de enige Europeanen te zijn. Er werd wat verteld over de omgeving, en over het feit dat we langs de zuidgrens van Arches NP voeren.  En regelmatig werden we gewezen op rotsformaties langs de beide oevers. Doordat het donker werd, en het licht in de canyon van de Colorado steeds minder werd, kregen deze rotspartijen allerhande schaduwvormen. En met een klein beetje fantasie kon je allerlei figuren en gezichten "herkennen". Het werd pikkedonker in de canyon en op het water, en iedereen werd gevraagd om aan het scheppingsverhaal te denken. En met de woorden, Ladies and gentlemen, the show starts now, stopt het gesputter van de boordmotor, en draaide de boot om, terug naar Moab. Muisstil was het op de boot toen een stem (bandrecorder) het scheppingsverhaal begon te vertellen. En daar was licht. Licht dat van de oever van de Colorado, dus van de US-128 vandaan kwam. Een enorme schijwerper liet zijn licht vallen over de rotspartijen van de canyon. En bij de scheppingsverhaal, regelmatig aangevuld met licht van de oever werd de muziek van Vangelis "Chariots of Fire" ten gehore gebracht. En de snelstromende Colorado rivier zorgde ervoor dat we bij het einde van het scheppingsverhaal weer aanmeerde bij de brug in Moab. Een show om nooit meer te vergeten. Als ik nu  "Chariots of Fire" hoor, dan word ik weer stil en rustig, en ben ik weer terug in 1982 daar op die Colorado rivier.      
Salt Lake City